Het verslag
In het diagnostisch onderzoek van Bella werd de ADOS-2 gebruikt. Dit is een spelobservatie met verschillende activiteiten. Tijdens de activiteiten werd er goed gekeken naar de manier waarop Bella contact maakte, taal en andere vormen van communicatie gebruikte en naar eventueel opvallend (spel)gedrag. Het geobserveerde gedrag werd vervolgens gescoord.
Bella leek de meeste ADOS-2 activiteiten leuk te vinden. Ze gebruikte woordjes als ‘meer’ en ‘doe’ wanneer ze om haar favoriete activiteiten vroeg. Bella werd vooral enthousiast bij het bellenblazen en ze maakte gebaren om de psycholoog te vragen meer bellen te blazen. In een aantal van deze gevallen maakte Bella bovendien oogcontact. Tijdens andere activiteiten maakte Bella echter nauwelijks oogcontact; daar gebruikte ze voornamelijk geluidjes of gebaren wanneer ze de aandacht wilde trekken. Een enkele keer pakte Bella iemand anders’ hand om te communiceren. Tijdens de snack pakte Bella bijvoorbeeld de hand van de psycholoog en legde deze op het bakje met koekjes om aan te geven dat ze hulp wilde bij het openmaken.
Tijdens de afname was het soms moeilijk om Bella te benaderen. Hoewel ze de activiteiten met bellen en met de ballon duidelijk leuk vond, was het veel lastiger om contact met haar te krijgen op andere momenten. Zo wilde Bella tijdens Vrij spel het liefst in haar eentje met het pop-up-speelgoed spelen en was ze weinig ontvankelijk voor pogingen van de psycholoog om met haar te spelen. Ze drukte herhaaldelijk op knoppen van het oorzaak-gevolgspeelgoed en draaide aan de wieltjes van de speelgoedautootjes. Ook toonde ze opvallend sensorisch gedrag, bijvoorbeeld door de bordjes omhoog te houden en ze vanuit haar ooghoeken te bekijken. De vader van Bella vertelde dat ze hetzelfde gedrag ook thuis vertoonde: Bella speelt mee met anderen als het om favoriete activiteiten gaat, maar ze is niet altijd geïnteresseerd in spelen met anderen wanneer ze op haar eigen manier met speelgoed speelt.
Bella vroeg tijdens de ADOS-2 met enige regelmaat om aandacht wanneer ze hulp nodig had. Het duveltje-uiteen-doosje gaf ze aan haar vader om open te maken en de ballon gaf ze terug aan de psycholoog toen ze hem nog eens wilde laten opblazen. Ze zocht geen contact om andere redenen, zoals het laten zien of delen van voorwerpen of om de aandacht te richten op dingen die haar interesseerden. Wel benaderde Bella enkele keren haar vader en strekte haar armen naar hem uit om aan te geven dat ze opgetild wilde worden. Ze vond het leuk om op haar vaders knie te rijden of om door hem ondersteboven te worden gehouden. Op zulke moment lachte ze en fladderde ze met haar armen. Bella liet geen doen-alsof-spel zien tijdens de ADOS-2. Weliswaar hielp ze de psycholoog de kaarsjes in de ‘verjaardagstaart’ te zetten, maar de pop of het verjaardagsfeestje leken haar niet te interesseren. Ze deed het voeren van de babypop niet na; wel dekte ze de baby toe nadat de psycholoog deze in bed had gelegd en Bella een dekentje aanreikte. Ook herhaalde ze ‘slaap lekker’ nadat de psycholoog dit had gezegd.