Autismespectrum

De JASPER interventie van Connie Kasari

JASPER is een interventie gericht op gedeelde aandacht (joint attention, ‘JA’), symbolisch spel (symbolic play, ‘SP’), betrokkenheid (engagement, ‘E’) en regulatie (regulation, ‘R’). JASPER begon vorm te krijgen in 1997, toen ik onderzocht hoe je kleuters met ASS gedeelde aandacht en spel kon aanleren. In deze studie vergeleken we een interventie gericht op het aanleren van gedeelde aandacht en een interventie gericht op het aanleren van spel, met de best ontwikkelde behandeling op dat moment, Discrete Trial Training (DTT; Lovaas, 1987). DTT is gebaseerd op toegepaste gedragsanalyse (Applied Behavior Analysis; ABA). Behandeldoelen worden opgesplitst in kleine, hanteerbare stappen, en activiteiten worden vereenvoudigd om zo veel mogelijk succesvolle responsen te krijgen (Smith, 2001). Een belangrijk werkzaam ingrediënt van deze aanpak is het aanleren van het onderscheid kunnen maken tussen prikkels en het bieden van systematische bekrachtiging (Smith, 2001). Dit leidt tot een zeer gestructureerde, door een volwassene geleide interventie, die gewoonlijk losstaat van het natuurlijke contact om afleiding te verminderen. Alle kinderen in de studie kregen vele uren per week DTT (6 uur per dag, 5 dagen per week). We vervingen 30 minuten van DTT door onze spel- en gedeelde-aandachtinterventie, waardoor de totale interventietijd van elk kind gelijk bleef. Na afronding van het onderzoek vonden we dat zowel de interventie op het gebied van gedeelde aandacht als die gericht op spel het taalniveau significant meer verbeterde dan het DTT-programma alleen (Kasari, Paparella, Freeman, & Jahromi, 2008).

De gedeelde-aandachtinterventie verbeterde ook gedeelde-aandachtvaardigheden meer dan de andere interventies, en de spelinterventie verbeterde het spel in hogere mate dan de andere interventies. Met andere woorden, wanneer gedeelde aandacht en spel specifieke doelen van de interventie waren, dan verbeterden die vaardigheden bij kinderen met ASS (Kasari, Freeman, & Paparella, 2006). Dit was een opwindend moment in ons onderzoek, aangezien we inzagen dat een korte en doelgerichte interventie significante effecten kon hebben op het taalniveau van kinderen. Toen kinderen een jaar later (Kasari et al., 2008), vijf jaar later (Kasari, Gulsrud, Freeman, Paparella, & Hellemann, 2012) en zelfs tien jaar later (Gulsrud, Hellemann, Freeman, & Kasari, 2014) getest werden, hadden zowel de spel- als de gedeelde-aandachtinterventies het taalniveau van kinderen meer verbeterd dan het DTT-programma alleen. Een onverwachte bevinding was dat kinderen die de gedeelde-aandacht- of de spelinterventie hadden gekregen meer sociale betrokkenheid met hun ouders vertoonden, hoewel bij deze studie hun ouders de interventie niet aangeleerd hadden gekregen (Kasari et al., 2006). Onze hypothese was dat gedeelde betrokkenheid, gemeten door de tijdsduur die kind en ouder besteedden aan een gedeelde activiteit, het gemeenschappelijke element was van de twee experimentele interventies en dat daarom de kinderen in deze twee groepen een vergelijkbare groei van hun taalniveau hadden, vergeleken met de groep die alleen DTT kreeg. Bovendien waren de kinderen meer gereguleerd met meer betrokkenheid. Deze gegevens leverden belangrijke informatie op voor het combineren van de gedeelde-aandacht- en de spelinterventie in één geïntegreerde interventie. Deze werd vervolgens JASPER genoemd als afkorting voor de belangrijkste interventiedoelen: Joint Attention (gedeelde aandacht), Symbolic Play (symbolisch spel), Engagement (betrokkenheid) en Regulation (regulatie).

De resultaten

Nadat we de onderdelen van JASPER hadden samengebracht in één interventieaanpak, begon ik met een reeks onderzoeken om meer inzicht te krijgen in hoe en wanneer JASPER de uitkomsten van kinderen verbeterde. We deden korte studies (3-6 maanden) om te bepalen of we snel mogelijke verandering zouden zien, en we toetsten zowel de proximale als de distale effecten van de interventie. We begonnen de uitkomsten van kinderen van voorschoolse leeftijd te onderzoeken waarbij we direct samenwerkten met hulpverleners. Na dit eerste succes breidden we onze aanpak uit met het coachen van verzorgers, leerkrachten en paraprofessionals, en werkten we in klinieken, bij mensen thuis en op scholen. We bepaalden effecten voor kinderen van de babyleeftijd tot de eerste jaren van de basisschool, kinderen die minimaal tot zeer verbaal begaafd waren en kinderen met een verstandelijke beperking. We vergeleken JASPER met andere werkzame interventies en onderzochten wat er gebeurde bij afzonderlijke interventies en wanneer het programma werd gecombineerd met andere interventies.

Na meer dan tien gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken in ons laboratorium en door andere onderzoekers in onafhankelijke laboratoria, kunnen onze bevindingen als volgt worden samengevat:

  1. Verandering is mogelijk. Na een korte periode blijkt duidelijk verbetering van de belangrijkste problemen bij autisme op het gebied van sociale communicatie.
  2. Verandering is belangrijk. Verbetering van de belangrijkste problemen met gedeelde aandacht en spel hebben in een later stadium effecten op het cognitieve en taalniveau.
  3. Verandering is afhankelijk van ontwikkeling. Kinderen met autisme vormen een heterogene groep. Sommige kinderen hebben er heel snel baat bij, en bij anderen verloopt het veel trager. De uitkomsten zijn niet hetzelfde voor alle kinderen, maar ook kleine veranderingen kunnen helpen.
  4. JASPER kan flexibel worden toegepast. JASPER is een uitgebreide sociale-communicatiemodule die goed samengaat met andere therapieën. Deze flexibiliteit maakt het mogelijk dat JASPER gemakkelijk kan worden ingezet in uiteenlopende omgevingen, zowel in het inclusief of speciaal onderwijs als bij alledaagse activiteiten thuis, en kan voor extra individualisering worden gecombineerd met andere behandelingen.
  5. JASPER heeft werkzame ingrediënten. Wanneer ouders een JASPER-strategie gebruikten van het imiteren van het kind en contact maken in een adequaat tempo (mirrored pacing), slaagden zij er beter in om te komen tot langere periodes van gedeelde betrokkenheid dan wanneer zij deze strategie niet gebruikten (Gulsrud, Jahromi, & Kasari, 2010). Wanneer hulpverleners JASPER gebruiken en de gedeelde betrokkenheid met kinderen vergroten, zijn kinderen meer geneigd om zelf gebaren voor gedeelde aandacht te vertonen, en een toename van gebruik van gebaren voor gedeelde aandacht resulteert in een later stadium in een grotere taalvaardigheid (Shih, Shire, Chang, & Kasari, 2021).

Deze tekst komt uit de inleiding van JASPER: Een praktisch methode voor het bevorderen van gedeelde aandacht, symbolisch spel, betrokkenheid en regulatie bij kinderen met autisme.