Dit artikel verscheen in 2004 intern bij de Rijksuniversiteit Groningen (Peter Tellegen - Persoonlijkheids- en Differentiële Psychologie, RuG, 2 juni 2004). In selectie-situaties binnen het onderwijs waarbij met vaste grenzen voor IQ-scores wordt gewerkt, wordt aan de IQ-score veelal een te absolute betekenis toegekend. Er wordt geen rekening gehouden met verschillen tussen tests, of met de omstandigheden waaronder een test is afgenomen. Ten onrechte worden de IQ-scores geacht onderling inwisselbaar te zijn. Ofschoon in theorie erkend wordt dat de uitkomst kan zijn beïnvloed door meetfouten, wordt het effect daarvan zo laag ingeschat dat daarmee in de selectieprocedure geen rekening wordt gehouden. In dit opzicht wordt het IQ-getal veel te absoluut geïnterpreteerd. Hetzelfde geldt voor classificatie van IQ-scores waarbij aan vastgelegde intervallen van IQ-scores een specifiek voorgeschreven betekenis wordt toegekend.