In ons leven krijgen we allemaal te maken met angsten, teleurstellingen en pijnlijke ervaringen. De emoties die daarbij horen, kunnen wij over het algemeen goed hanteren. Maar wat gebeurt er als de emoties die we voelen zo sterk zijn dat we ze niet meer kunnen reguleren? Als we ons op negatieve manieren gaan gedragen in een poging ons van die emoties te ontdoen? Wat gebeurt er als ook andere mensen onze emoties niet begrijpen en als die emoties ons leven overhoop gooien?
Als dat gebeurt is er sprake van emotiedisregulatie of emotionele ontregeling. Emotionele ontregeling betekent dat iemand emotioneel reageert op dingen waarop de meeste mensen normaal gesproken niet reageren, dat deze reactie heftiger is dan de situatie rechtvaardigt en dat het iemand meer tijd kost dan gemiddeld om ervan te herstellen of zich weer normaal te voelen. Mensen die moeite hebben met het beheersen of reguleren van hun emoties vinden het vaak lastig om hun emoties te verdragen en hebben er moeite mee om te achterhalen, te begrijpen en te uiten hoe ze zich voelen (Van Dijk, 2013).
Emotionele ontregeling is geen zeldzaam verschijnsel. Ook mensen die geen specifieke geestelijke gezondheidsproblemen hebben kunnen eraan lijden. Wel gaat emotionele ontregeling vaak hand in hand met geestelijke gezondheidsproblemen, zoals een borderline persoonlijkheidsstoornis of stemmings- en angststoornissen.
Volgens de dialectische gedragstherapie is opgroeien in een emotioneel invaliderende omgeving een van de meest voorkomende factoren die bijdragen aan emotionele ontregeling. In een invaliderende omgeving krijgt een kind de boodschap mee dat zijn emoties verkeerd, ongepast of niet in orde zijn. Kinderen die in een dergelijke omgeving opgroeien, leren hun emoties onderdrukken, negeren en vermijden, waardoor ze hun gevoelens als steeds vreemder, enger en verwarrender gaan ervaren (Van Dijk, 2013).