Ontwikkelingsniveau

Psychologische basisbehoeften bij mensen met een (licht) verstandelijke beperking

De Psychologische basisbehoeftenlijst Verstandelijke beperking (PBVB) is een vragenlijst waarmee in korte tijd de behoeftebevrediging en behoeftefrustratie van mensen met een licht verstandelijke beperking of zwakbegaafd niveau van functioneren op het gebied van autonomie, verbondenheid en competentie in kaart kan worden gebracht. Hieronder lichten de auteurs dr. Noud Frielink, prof. dr. Carlo Schuengel en prof. dr. Petri Embregts toe wat dit instrument meet en wat het van onschatbare waarde maakt voor de praktijk.

Hoe is het idee voor de PBVB ontstaan?

In 2011 ben ik (Noud Frielink) vanuit Dichterbij, een zorgorganisatie voor mensen met een verstandelijke beperking in Limburg, Brabant en Gelderland, gestart met een promotieonderzoek bij de Academische Werkplaats Leven met een verstandelijke beperking (AWVB, Tranzo, Tilburg University). Prof. dr. Petri Embregts (AWVB) en prof. dr. Carlo Schuengel (VU) waren daarbij mijn promotoren. In dit onderzoek richtten we ons op motivatie en zelfbepaling bij mensen met een licht verstandelijke beperking, bestudeerd vanuit de zelfdeterminatietheorie. Drie psychologische basisbehoeften stonden daarbij centraal: autonomie, verbondenheid en competentie. Het vinden van bevrediging van deze drie basisbehoeften is essentieel voor het ervaren van optimaal welbevinden. In 2015 is de Basic Psychological Need Satisfaction and Frustration Scale (BPNSFS) gepubliceerd (Chen et al., 2015), een vragenlijst die zowel de bevrediging als de frustratie van deze drie psychologische basisbehoeften in kaart brengt. De Psychologische basisbehoeftenlijst Verstandelijke beperking (PBVB) is een aangepaste versie van deze BPNSFS, specifiek gericht op mensen met een licht verstandelijke beperking (IQ 50-70) of zwakbegaafd niveau van functioneren (IQ 71-85).

Wat meet de PBVB precies?

De PBVB is een vragenlijst om de bevrediging en frustratie van de psychologische basisbehoeften autonomie, verbondenheid en competentie bij mensen met een licht verstandelijke beperking of zwakbegaafd niveau van functioneren in kaart te brengen. Aan de hand van de 24 items, die door de persoon met een verstandelijke beperking zelf worden beantwoord, wordt er een score gegeven op zes verschillende schalen, onderverdeeld in bevrediging en frustratie: Autonomie bevrediging en Autonomie frustratie, Verbondenheid bevrediging en Verbondenheid frustratie en Competentie bevrediging en Competentie frustratie.

Behoeftebevrediging en -frustratie in kaart brengen is van onschatbare waarde voor de praktijk

Wat kunnen de resultaten ons vertellen?

De psychologische basisbehoeften autonomie, verbondenheid en competentie geven uitdrukking aan onze innerlijke drijfveren. Volgens de zelfdeterminatietheorie zorgen deze basisbehoeften voor ervaringen die het leven de moeite waard maken. Daarnaast hangt de hoogte van de scores samen met andere belangrijke uitkomstmaten, zoals subjectief welbevinden en gevoelens van depressie. De PBVB schalen kunnen daarmee gezien worden als belangrijke factoren voor het welbevinden van mensen met een licht verstandelijke beperking of zwakbegaafd niveau van functioneren.

Wat is de ervaring tot nu toe in de praktijk?

De afgelopen periode hebben we met veel begeleiders en gedragsdeskundigen gesproken over de PBVB. Zij gaven aan dat de vragenlijst eenvoudig is in gebruik, snel is in te vullen en gemakkelijk te scoren. Daarnaast merkten begeleiders en gedragsdeskundigen op dat de interpretatie van de PBVB scores afhankelijk is van de context waarin iemand leeft. Er is geen bestaande consensus over een grenswaarde voor de bevrediging en frustratie van basisbehoeften waarboven een score al dan niet adequaat zou zijn. Dit dient per casus apart beoordeeld te worden, waarbij de hoogte van of verandering in de scores van een individu of groep aanleiding kunnen zijn voor een gesprek. Aan de hand van een aantal voorbeeldcasussen die in de handleiding aan bod komen illustreren we hoe dit er in praktijk uit kan zien.

Aan welke mensen zouden jullie de PBVB zeker aanraden?

De PBVB scores zijn relevant voor professionals en voor onderzoekers die werkzaam zijn binnen de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. Naar ons idee is de PBVB breed toepasbaar binnen de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. Allereerst kan de vragenlijst een bijdrage leveren aan het begeleiden en ondersteunen van mensen met een licht verstandelijke beperking of zwakbegaafd niveau van functioneren in hun dagelijks leven. Zo kan de vragenlijst gebruikt worden om bedoelde of onbedoelde veranderingen op het niveau van individuele cliënten of op het niveau van groepen of zelfs instellingsbreed te volgen. Ook kan de vragenlijst tijdens een individueel gesprek tussen begeleider of gedragsdeskundige en de cliënt op itemniveau relevant zijn om samen te kijken welke stappen ondernomen zouden kunnen worden om tot grotere bevrediging van de basisbehoeften te komen. Tot slot kan de vragenlijst ook een bijdrage leveren aan de behandeling of therapie van mensen met een licht verstandelijke beperking of zwakbegaafd niveau van functioneren.

PBVB startpakket (handleiding, 25 formulieren)
PBVB PBVB Psychologische basisbehoeftenlijst Verstandelijke beperking door Noud Frielink, Carlo Schuengel, Petri Embregts

 

 

 

 

Dr. Noud Frielink

Dr. Noud Frielink is senior onderzoeker en onderzoekscoördinator bij de Academische Werkplaats Leven met een verstandelijke beperking van de Universiteit van Tilburg.

Prof. dr. Carlo Schuengel

Prof. dr. Carlo Schuengel is hoogleraar Orthopedagogiek (in het bijzonder psychosociale problematiek en gehandicaptenzorg) en hoofd van de afdeling Ontwikkelingspedagogiek, onderdeel van het EMGO+ Instituut voor onderzoek naar gezondheid en zorg van de Vrije Universiteit Amsterdam.

Prof. dr. Petri Embregts

Prof. dr. Petri Embregts is bijzonder hoogleraar op de leerstoel Mensen met een verstandelijke beperking: Psychopathologie en behandeling (Departement Tranzo) en de leerstoel Beroepsopleiding tot gezondheidszorgpsycholoog (Departement Medische en Klinische Psychologie) aan de Universiteit van Tilburg.