Somberheid, angst, eenzaamheid, rusteloosheid: veel mensen worstelen met deze en andere negatieve emoties. Wanneer dit ernstige vormen aanneemt en het dagelijks functioneren wordt belemmerd, kan er zelfs sprake zijn van een depressie of een angststoornis. Hoe kun je het beste omgaan met zulke grote emotionele uitdagingen?
Negatieve denkpatronen doorbreken
Veel negatieve gevoelens worden veroorzaakt door je gedachten, misschien zelfs onbewust. Een belangrijke stap in het omgaan met angst en depressie is daarom om je bewust te worden van je negatieve overtuigingen, veronderstellingen en gerichtheid. Voorbeelden van veel voorkomende negatieve denkpatronen zijn:
- Negatieve overtuigingen
- Kerngedachten (“Ik kan het niet” of “Ik ben niet goed genoeg”)
- Starre regels (“Ik mag geen fouten maken” of “Ik moet aan die verwachting voldoen”)
- Verwijten (“Het is allemaal mijn schuld” of “Het is allemaal de schuld van de ander”)
- Negatieve veronderstellingen
- Uitgaan van het negatieve (“Het zal vast niks worden” of “Ik ga teleurgesteld worden”)
- Gedachten van anderen negatief inleggen (“Hij zal vast boos zijn” of “Zij vinden mij saai”)
- Doemdenken (“We krijgen een ongeluk” of “Ik heb een ernstige ziekte”)
- Negatieve gerichtheid
- Alles-of-niets (“Als het niet perfect is, heb ik compleet gefaald” of “Het is een ramp als het niet lukt”)
- Negatieve selectieve aandacht (“Ik heb vooral die lelijke opmerking onthouden” of “Ondanks de goede prestatie, maakte ik toch één fout”)
Wanneer je je bewust bent van deze negatieve denkpatronen, is het goed om deze gedachten kritisch te bekijken, en je af te vragen hoe eerlijk en realistisch deze eigenlijk zijn. Een belangrijke vervolgstap is om alternatieve overtuigingen, veronderstellingen en gerichtheid te realiseren, en na te gaan wat het effect is op hoe je je vervolgens voelt.