Cognitieve functies

Zijn de door jou gemeten klachten wél valide?

Het overdrijven van klachten, of het minder goed presteren dan men eigenlijk kan, komt in (neuro-)psychologisch onderzoek een stuk vaker voor dan clinici denken. Uit recent onderzoek** blijkt dat in de klinische praktijk in zo’n 16% van de gevallen kan worden getwijfeld aan de klachten die cliënten rapporteren. Hoe zorg je ervoor dat de klachten die jij als onderzoeker meet wél valide zijn? Wij spraken medeauteur van de VAT-E, Jos de Jonghe, over het begrip symptoomvaliditeit.

Kun je uitleggen wat symptoomvaliditeit precies is?

Met symptoomvaliditeitsschalen in een instrument kun je bepalen of iemand naar zijn ware kunnen presteert, of om wat voor reden dan ook niet geheel eerlijk antwoordt. In de VAT-E zit een symptoomvaliditeitsmaat voor onderpresteren: doet iemand wel echt zijn best op de geheugentest? Onderpresteren komt vaak voor bij cognitieve taken, terwijl overrapportage (méér klachten rapporteren dan je ervaart) vaak bij affectieve symptomen voorkomt, zoals bij depressie.

Hoe vaak onderpresteren voorkomt, varieert sterk per setting. Bij beoordeling van letselschade of arbeids(on)geschiktheid kan het voorkomen bij tot wel 50% van de gevallen. In de klinische praktijk, zo blijkt uit recent onderzoek**, wordt in zo’n 16% van de gevallen een verminderde symptoomvaliditeit gemeten. De gevolgen daarvan zijn groot.

Hoe kun je bepalen of iemand op een test onderpresteert?

Als iemand heel laag scoort op een taak die niet gerelateerd is aan de stoornis die je wilt meten, dan kun je concluderen dat er mogelijk sprake is van onderpresteren. Je kunt natuurlijk niet aantonen dat iemand opzettelijk fout heeft geantwoord. Maar in het geval van de VAT-E zien we wel eens dat mensen de test statistisch gezien slechter maken dan iemand zou doen die met zijn ogen dicht zou hebben geantwoord. Dan is de belangrijkste conclusie dat de persoon op de hoogte was van de fouten die werden gemaakt.

Wat de reden ook is, het overdrijven van klachten is een bekend fenomeen

Wat meet de VAT-E?

De VAT-E is een geheugentest gebaseerd op visueel associëren, een klassieke geheugentechniek. Deze techniek vergemakkelijkt het opslaan van informatie. Bij visueel associëren, of associatief leren, maakt men visuele associaties. Je laat bijvoorbeeld een stoel zien met daarop een egeltje. Dan laat je daarna alleen de stoel zien en kun je vragen: wat zat er op de stoel? De items van de VAT-E roepen sterke associaties op en zijn daarom gemakkelijk te onthouden voor gezonde personen. Voor mensen met een episodische geheugenstoornis, zoals Alzheimer dementie, is dat juist erg lastig.

De VAT-E is een relatief eenvoudige, maar zeer uitgebreide geheugentest. Doordat de test 24 items telt, bereikt men niet snel een plafond en is hij bij verschillende doelgroepen af te nemen. De geheugen items van de VAT-E betreffen onmiddellijke herkenning, en uitgestelde vrije reproductie en herkenning. Er is óók een maat voor onderpresteren om de betrouwbaarheid van de gegeven  antwoorden te bepalen. De VAT-E is een gewone geheugentest met het voordeel dat onderpresteren in kaart kan worden gebracht. Dat zal sommige andere geheugentests overbodig maken.

Waarom is het zo belangrijk om de validiteit van symptomen in kaart te brengen?

Geheugenklachten kunnen wijzen op symptomen van een aandoening, maar pas als de specialist dit op basis van onderzoek concludeert. Daarom is het belangrijk dat de specialist beoordeelt of de gerapporteerde klachten daadwerkelijk symptomen zijn. Veel mensen hebben bepaalde klachten, maar veel minder zullen volgens artsen of psychologen echt symptomen vertonen. Mensen rapporteren vaak nou eenmaal meer klachten dan de specialist ziet. Dat kan zijn omdat je leek bent, of er zijn bijvoorbeeld culturen waarin het wenselijk is dat je zegt dat je vreselijk ziek bent als je naar de dokter gaat. Wat de reden ook is, het overdrijven van klachten is een bekend fenomeen.

Wat als iemand uitvalt op de symptoomvaliditeitsschaal? Welke implicaties heeft dit?

Als er sprake is van onderpresteren op de VAT-E, kun je zeggen dat alle cognitieve taken die afgenomen zijn, mogelijk gecontamineerd zijn door de manier van antwoorden. Die resultaten kun je dan niet als betrouwbaar interpreteren. Het is belangrijk om dit met de patiënt te bespreken, om zo hopelijk te achterhalen waar het mee te maken heeft en vervolgstappen daarop af te stemmen. Immers, waarschijnlijk zal ook sprake zijn van een geringe therapietrouw.

*Verder lezen over het belang van symptoomvaliditeit? Lees hier het interview met Jos de Jonghe over de ADI-NL.
**Benieuwd naar dit wetenschappelijk onderzoek? Download hier het artikel van Jeroen Roor, Maarten J.V. Peters, Brechje Dandachi-Fitzgerald en Rudolf Ponds.

Benieuwd naar de VAT-E?

De Visuele associatietest - Extended (VAT-E) is bedoeld voor het signaleren van mogelijk onderpresteren en het signaleren van een episodische geheugenstoornis bij volwassenen. De VAT-E bestaat uit vier symptoomvaliditeitsschalen, gebaseerd op herkenning, en drie geheugenschalen, gebaseerd op visuele associatie.