Ontwikkelingsniveau

Screening en diagnostiek van motorische ontwikkelingsachterstanden

De ontwikkeling van motorische vaardigheden is van belang voor een gezonde kinderlijke ontwikkeling. Zo hangt een goede ontwikkeling van de motorische vaardigheden onder andere samen met een goede ontwikkeling van cognitieve vaardigheden. Bij het meten van motorische ontwikkelingsachterstanden is het daarom belangrijk om gebruik te maken van betrouwbare en wetenschappelijk onderbouwde instrumenten, zoals de IDS-2, ABAS-3, Vineland-S en KTK-NL.

IDS-2

De IDS-2 is een gestandaardiseerd instrument voor het beoordelen van zowel de cognitieve als algemene ontwikkeling van kinderen en jongeren tussen de 5 en 20 jaar. Met de IDS-2 kan bij kinderen van 5 tot 10 jaar het coördinatievermogen onderzocht worden met de subtest Grove motoriek en bij kinderen van 5 tot 20 jaar met de subtests Fijne motoriek en Visuomotoriek:

  • De subtest Grove motoriek bestaat uit over een touw lopen met geopende en gesloten ogen, een bal vangen en gooien en zijdelings over een touw springen.
  • Bij de subtest Fijne motoriek maken de kinderen en jongeren twee typen taken: bij drie schroeven de betreffende moeren op- en afschroeven en kralen van verschillende grootte rijgen. Daarbij wordt z owel de snelheid als de kwaliteit van de uitgevoerde taak bekeken.
  • In de subtest Visuomotoriek maken de kinderen en jongeren drie typen taken: precies tussen twee lijnen (met verschillende breedtes) tekenen, figuren afmaken en figuren spiegelen. Ook in de subtest Visuomotoriek worden zowel de snelheid als kwaliteit van de uitgevoerde taken bekeken.

De ruwe testscores van elke subtest kunnen worden omgezet in genormeerde scores met een gemiddelde van 10 en een standaarddeviatie van 3. Aangezien coördinatievaardigheden trainbaar zijn, moet bij benedengemiddelde testscores worden nagegaan of er sprake is van een gebrek aan oefening en ervaring. Hiertoe kan onderzocht worden of de prestaties van de deelnemer na herhaaldelijk oefenen snel verbeteren. Is dit het geval, dan is een benedengemiddelde testprestatie mogelijk terug te voeren op een gebrek aan oefening en ervaring. Kan een gebrek aan oefening en ervaring worden uitgesloten, dan zou een benedengemiddelde testscore kunnen duiden op een specifieke ontwikkelingsstoornis op het gebied van motorische vaardigheden. In dat geval zouden de resultaten aanknopingspunten bieden voor vervolgonderzoek.

ABAS-3

Met de ABAS-3 kan op een valide en betrouwbare manier het adaptieve gedrag van kinderen en volwassenen in kaart gebracht worden. De ABAS-3 meet vaardigheden die belangrijk zijn voor diverse gebieden in het dagelijks leven, zoals communicatie en sociaal contact, vrijetijdsbesteding, of het zorgen voor de eigen gezondheid en veiligheid. Da arnaast kunnen motorische vaardigheden óók met de ABAS-3 in kaart gebracht worden.

Het vaardigheidsgebied Motoriek van de ABAS-3 brengt bij kinderen van 0 tot 4 jaar de fijn- en grofmotorische vaardigheden die onder andere nodig zijn om bepaalde voorwerpen te kunnen gebruiken en om zich te kunnen voortbewegen in kaart. Deze basale vaardigheden ontwikkelen zich tot meer complexe vaardigheden, zoals nodig bij bepaalde sporten (bijvoorbeeld staan, lopen, schoppen).

De resultaten geven zowel normscores als leeftijdsequivalenten, die gebruikt kunnen worden in het kader van handelingsgerichte diagnostiek. Voor het bepalen van geschikte interventies kunnen tevens de interventieplanners gebruikt worden. De interventieplanners bestaan uit aanbevolen interventieactiviteiten voor alle items van de vragenlijsten. De activiteiten zijn erop gericht om de behandelaar te helpen bij het verbeteren van de specifieke adaptieve gedragstekorten die met behulp van de ABAS-3 bij iemand zijn vastgesteld.

Vineland Screener

De Vineland Screener is een gedragsbeoordelingsvragenlijst om te bepalen in hoeverre nul tot zesjarige kinderen een adaptieve ontwikkeling doormaken die overeenkomt met die van zich normaal ontwikkelende leeftijdgenoten. Daarnaast kan het instrument worden gebruikt om de adaptieve ontwikkeling van mensen met beperkingen met een ontwikkelingsniveau beneden de zes jaar in kaart te brengen.

Met de Vineland Screener kan ook inzicht verkregen worden in de motorische vaardigheden van een kind. De schaal motorische vaardigheden omvat 18 items waarmee een beeld verkregen kan worden van de grove motoriek, zoals het gebruik van de armen en benen en fijne motoriek, zoals het gebruik van handen en vingers.

Op basis van de domeinscore op de schaal motoriek alsmede de domeinscores op de andere schalen kan een profiel gemaakt worden van de zwakke en sterke kanten. Dit profiel is gerelateerd aan specifieke diagnostische groepen (zoals bijvoorbeeld autismespectrumstoornis) en biedt aanknopingspunten voor zowel nadere diagnostiek als behandeling.

KTK-NL

De KTK-NL is een eenvoudig af te nemen instrument waarmee in maximaal twintig  minuten de motorische ontwikkeling en de algemene lichaamscoördinatie in kaart kan worden gebracht. De KTK-NL focust op de algemene lichaamscoördinatie van zowel normaal ontwikkelende kinderen als kinderen met motorische en/of verstandelijke problemen van vijf tot twaalf jaar oud.

De KTK-NL bestaat uit vier subtests:

  • Balanceren over drie balkjes van verschillende breedte
  • Zo vaak mogelijk zijwaarts verplaatsen met behulp van twee plankjes
  • Zo vaak mogelijk heen en weer springen over een latje in 15 seconden
  • Op één been over een steeds hoger wordende stapel kussens hinken.

De ruwe testscores van elke subtest kunnen worden omgezet in een leeftijds- en geslachtsgerelateerd motorisch quotiënt (MQ). Met het MQ kunnen kinderen van verschillende leeftijd en geslacht met elkaar te vergeleken worden en geeft een indicatie van de algemene motorische coördinatie van kinderen.

Naast een goede detectie van kinderen met motorische problemen discrimineert de KTK-NL ook vrij goed tussen kinderen op het hele continuüm van ‘ernstige motorische stoornis’ tot ‘hoge motorische begaafdheid’. Dit maakt de KTK-NL ook een nuttig instrument in toepassingsgebieden die zich niet beperken tot detectie of evaluatie van kinderen met bewegingsproblemen.