Het Big-Five-model wordt onder psychologen gezien als het belangrijkste persoonlijkheidsmodel. De naam van dit model slaat op de vijf persoonlijkheidsdimensies die het onderscheidt. Een belangrijk kenmerk van dit model is dat de scores op de dimensies normaal verdeeld zijn. Dat wil zeggen dat je niet introvert óf extravert bent, maar ook daartussenin kunt scoren. Hierdoor herkennen mensen zich vaak goed in de resultaten van de vragenlijst.
De vijf dimensies zijn: Neuroticisme, Extraversie, Openheid, Altruïsme, Consciëntieusheid.
Op het gebied van persoonlijkheidsstoornissen zijn er diverse dingen veranderd. Naast de bekende indeling met tien verschillende typen persoonlijkheidsstoornissen, is in de DSM-5 ook een alternatief categoriaal en dimensionaal model opgenomen. In deze nieuwe modellen worden de persoonlijkheidsstoornissen anders beschreven en geclassificeerd: de diagnostische criteria zijn vervangen door persoonlijkheidstrekken.
De instrumenten en boeken van Hogrefe helpen om persoonlijkheidstrekken en problemen op het gebied van persoonlijkheid te diagnosticeren en behandelen, en om cliënten te kunnen ondersteunen.