ABAS-3 & ADAPT
De ADAPT en ABAS-3 focussen zich beide op adaptief gedrag, met een iets andere insteek. De ADAPT is ontwikkeld voor personen waarvan al bekend is/verwacht wordt dat zij een verstandelijke beperking hebben, om na te gaan welke adaptieve vaardigheden zij wel/niet voldoende beheersen en welke hiervan eventueel kunnen worden aangeleerd. De vragen van de ADAPT gaan grotendeels over heel praktische dingen die objectief zijn vast te stellen. Het is niet de bedoelding van de ADAPT om op schaalniveau vergelijkingen te maken met de referentiegroep. De schalen zijn echt bedoeld voor vergelijking binnen de cliënt, de totaalscore is er om een uitspraak te kunnen doen over het bijpassende intelligentieniveau.
De ABAS-3 is een algemener en meer uitgebreid instrument, niet enkel geschikt voor personen met een verstandelijke beperking. Door de beschikbaarheid van zowel continue (populatie)normen als leeftijdsequivalenten voor elk vaardigheidsgebied én de mogelijkheid om een aantal aanvullende analyses te doen zoals een sterkte-zwakteanalyse, vergelijkingen tussen de domeinen en analyse van de spreiding van de scores is de ABAS-3 geschikt voor zowel classificerende als handelingsgerichte diagnostiek. Een vergelijking met ontwikkelingsleeftijden op vaardigheidsniveau kan vooral zinvol zijn in het kader van handelingsgerichte diagnostiek bij klinische groepen. Tevens zijn er voor de ABAS-3 interventieplanners beschikbaar die bestaan uit aanbevolen interventieactiviteiten voor alle items van elke vragenlijst. Deze interventieactiviteiten zijn eenvoudige, concrete suggesties en taken die bedoeld zijn om mensen te helpen hun functioneren thuis, op school, op het werk of in de maatschappij te verbeteren. De vertaalslag van resultaten op de vragenlijst naar handelingsadviezen voor de praktijk is met de ABAS-3 daarom goed te maken.
Voor de totaalscore van de ADAPT wordt een bijpassend intelligentieniveau gegeven, maar er worden geen verdere normscores voor de vragenlijst aangeboden. Het is namelijk niet de bedoeling van de ADAPT om op schaalniveau vergelijkingen te maken met de referentiegroep. De schalen zijn bedoeld voor vergelijking binnen de cliënt, de totaalscore is er om een uitspraak te kunnen doen over het bijpassende intelligentieniveau.
Verder is het ook inhoudelijk het meest waardevol zijn om naar intra-individuele verschillen te kijken (de scores van een cliënt zelf, ten opzichte van elkaar). Ook op relatief, in plaats van absoluut, zwakke punten kan in een behandel- of zorgplan worden ingezet. Het advies van de auteurs van de ADAPT is om voor de schalen waar verbetering mogelijk is (een relatief lage score op naar voren komt, maar er wel sprake is van enige leerbaarheid) terug te gaan naar de losse vragen. Omdat deze over gedrag gaan, kun je heel praktisch aangeven welke onderwerpen geoefend kunnen worden om het adaptieve gedrag te verbeteren (denk bijvoorbeeld aan het zelf poetsen van de tanden).