
De Woord-fluencytest (WFT) en de Figuur-fluencytest (FFT) kunnen gebruikt worden om stoornissen in het semantisch geheugen of de executieve functies op te sporen bij jongeren en volwassenen. Afname van beide tests kan in 10 minuten.
Met fluency-tests wordt de vloeiende of continue productie van een bepaald type responsen gemeten. De verbale variant (WFT) is een woordproductietest waarbij de cliënt zoveel mogelijk verschillende woorden uit een bepaalde categorie moet opnoemen. Bij de niet-verbale variant (FFT) dient de cliënt zoveel mogelijk verschillende patronen te maken door stippen met elkaar te verbinden.
Het vloeiend en moeiteloos produceren van correcte responsen duidt op intact cognitief functioneren. Haperingen, herhalingen en incorrecte responsen duiden op stoornissen. Met behulp van de WFT en de FFT kan onderscheid gemaakt worden tussen verschillende stoornissen: de ziekte van Alzheimer, frontotemporale dementie, milde cognitieve stoornissen en overige neurologische problemen.
Cognitieve processen die gemeten worden met de WFT en FFT zijn:
Afname is één op één en de totale afname duurt ongeveer 10 minuten.
Bij de WFT wordt het aantal goede en foute antwoorden genoteerd, het aantal perseveratieve fouten en het totaal aantal antwoorden. Bij de FFT wordt het aantal unieke patronen, perseveratieve fouten, overtredingen en het totaal aantal patronen genoteerd. De bijbehorende normscores kunt u opzoeken in de handleiding.
Kwalificatieniveau: niveau B
De normering (14-85 jaar) van de fluencytests is gebaseerd op een steekproef van 310 personen in Nederland en 170 personen in Vlaanderen.
2014